donderdag 21 maart 2013

Tulpen uit Amsterdam


Ik sta hier aan de Kostverlorenvaart in Amsterdam en daar zie ik een inééngedoken man in een regenjas met een bootje in z'n handen treurig op de wallekant zitten.
Ja hoor, het is mijn oom: professor Berend Bot.
Er komt een draaiorgel langs. Vrolijk fluitend, ratelend en klepperend klinkt:
Tulpen uit Amsterdam.

Professor, professor, u zou toch naar Aalsmeer gaan?
Hij draait zich naar mij om.
Ik schaam mij rot.
Amsterdam viert het 400 jarig bestaan van de grachten: tulpen uit Amsterdam ...
maar die kwamen mooi wel uit Aalsmeer.
Hier kwamen de pramen uit Aalsmeer al eeuwen met paling, groente, fruit en tulpen aan om het de Amsterdammers naar de zin te maken.
Kijk eens wat een rotzooi we er van gemaakt hebben.
Ik kijk met hem mee in het water, waarin een tapijt aan plastic troep drijft.
Dan flikkeren er langzaam van die droom-oogjes achter zijn bril.

Die Aalsmeerders hebben altijd wat gevonden om te overleven.
Zouden zij niet iets leuks of nuttigs van die troep kunnen maken?
Ze brachten altijd bloemen en planten waar we gelukkig van werden
kunnen ze nu niet iets leuks met die verpakkingstroep doen?
Dat ga ik ze voorstellen.
Kom op Wellant: VERZAMELEN.

Hij staat op en loopt de kade af, het zicht uit.


maandag 18 maart 2013

kantje boordje

daarom een oud relaas van professor Berend Bodt uit augustus 2012:

We vervreemden langzamerhand van de tastbare wereld.
Een proces dat al sinds de eerste industriële revolutie in gang is gezet, in de hoogste versnelling is geraakt door de komst van massamedia en met de opkomst van sociale media over zijn toeren lijkt te draaien.
Het medium is de boodschap, predikte professor Marshall McLuhan al in de jaren zestig van de vorige eeuw. Boodschappen? Die doe ik bij Albert Heijn, snierde Dick Maas na zijn sucsesvolle film De Lift. Diezelfde Albert Heijn kocht onlangs Bol.com op, on-line leverancier van ongelezen boeken.
Is de vorm inderdaad inhoud geworden? Als je naar verkiezingscampagnes kijkt zou je dat moeten beamen. Bij massaproducten -zeker die met het predicaat mobiel- zie je het verschil tussen Subaru of Samsung, Apple of Citroën al helemaal niet. Industriëel zijn vorm en inhoud volkomen samengevallen.
De opkomst van kunststoffen, nano-technieken en 3D printers zorgen voor nog meer vormverlies. Als ik de handen al eens uit de mouwen steek, weet ik niet eens welk gereedschap ik vastpak, want hamer, zaag, tang of boor, zelfs het broodmes of de schuimspaan heeft hetzelfde ergonomische verantwoorde neo-preen handvat, niks hout, niks ijzer.
Blijkbaar ben ik niet de enige die daar last van heeft, de radio-app op mijn smartphone geeft het beeld van een ouderwetse draaiknop om zenders te zoeken, maar het beeld draait mee als ik het toestel draai, niet de knop.

Kinderen denken dat een auto in een monsterlijke robot kan veranderen en de allerjongsten slepen een voorwerp op wieltjes -ook al mobiel- achter zich aan dat blokkendoos, ouderwetse telefoon en piano in één blijkt te zijn.

Hou eens op met klagen Professor Retro!

zeggen mensen dan tegen me.
Ben je tegen vooruitgang?
Duurzaam is toch: Doe meer met minder?
Wat wil je nog meer?
Een apparaat dat alles kan!

En morgen weer een apparaat dat nog meer dan alles kan?
Kan ik dan zelf niks? Ben ik beperkt?

Ja, want ik begrijp niet hoe ik zo'n apparaat moet bedienen en als ik dat eindelijk doorheb, kan alles wat ik niet kan. Begrijpt u het nog?


Begrijpen is vastpakken. Iets vastpakken.

Als ik iets niet kan vastpakken, begrijp ik het ook niet.
Iets is ongeduid, dus eigenlijk niets.
Alles is niets.